“Al van jongs af aan was ik altijd bezig met tekenen”, vertelt Jan. Inmiddels heeft hij ruim veertig jaar ervaring in het vakgebied opgedaan. Als hij na jarenlange loondienst in 2012 voor zichzelf begint, vindt hij het jammer dat hij geen collega’s meer om zich heen heeft. Dat verandert wanneer hij in 2014 een vacature tegenkomt via de Vrijwilligerscentrale in zijn woonplaats Alkmaar. De nog piepjonge organisatie MEO is op zoek naar een grafisch leermeester, die een aantal uren per week de fijne kneepjes van het grafische vak bij wil brengen aan leerlingen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Ik dacht: laat ik eens bellen. Ik ben toen met Edwin in gesprek gegaan. Het klikte meteen.”

Ontwikkeling

Wat begint met het vrijwillig begeleiden van een paar leerlingen, groeit in een paar jaar uit tot een vast dienstverband. Nu is Jan 28 uur per week aanwezig op de locatie in Alkmaar. Hij leert de jongeren op de afdeling grafische vormgeving hoe ze hun opdrachten aan kunnen pakken. Samen met studiomanager Nathalie controleert hij het werk voordat het naar de klant gaat. Het is zijn rol om ervoor te zorgen dat de leerlingen zich ontwikkelen in hun vak. Dat beperkt zich niet tot de technische kant: “Dat heeft ook te maken met werkhouding en communicatie, want goed met collega’s om kunnen gaan is ontzettend belangrijk.”

Goed contact

Dat doet Jan niet in zijn eentje. Bij leerlingen die via het UWV binnenkomen, spreekt hij meestal ook de jobcoach. Al verdiept hij zich wel een beetje in aandoeningen als ADHD of autisme, het gaat hem er dan niet om welke beperking iemand heeft: “Het is voor mij belangrijk om te weten wat de leerling aankan, welke werkhouding die heeft en waar ik rekening mee moet houden. Door ervaring kan ik in de praktijk dan wel zien of iemand lekker in zijn vel zit of niet.” Of en hoeveel vooruitgang een leerling boekt, bespreekt hij als het nodig is met de jobcoaches.
Jan heeft ook goed contact met de scholen; in 2017 is hij zelfs door het Mediacollege Amsterdam – voorheen het Grafisch Lyceum – gevraagd voor de examenbeoordelingscommissie. Stagiairs uit het regulier en het bijzonder voortgezet onderwijs schrijven plannen voor hun stageperiode en houden hun ontwikkeling op papier bij. Jan: “Ik neem dat met hen door en zorg dat ze vooruitgaan.”

Serieus aan de slag

Volgens Jan is werken bij MEO net iets anders dan in andere bedrijven: “Daar wordt wat vaker overgewerkt, zijn de deadlines iets harder en is meestal minder aandacht voor de persoon.” Toch gaan leerlingen bij MEO wel degelijk serieus aan de slag: “Het is hier behoorlijk doorwerken, want we doen veel opdrachten. We passen wel op dat de stress niet teveel overgebracht wordt op de leerlingen. Maar er mag wel enige druk zijn, want dat hoort ook een beetje bij het leerproces.” Dat laatste zit gelukkig wel goed: “Ik hoor vaak van docenten dat hun leerlingen hier heel veel hebben geleerd.”

Prettige werksfeer

Dat de leerlingen zich bij Jan snel op hun gemak voelen, heeft gedeeltelijk met zijn leeftijd te maken, denkt hij: “Als ik 30 was, zou dat misschien anders geweest zijn.” Maar ook zijn persoonlijkheid helpt om de werksfeer prettig te houden: “Er moet af en toe ook gelachen kunnen worden. Ik wil er dus nog wel eens een opmerking ingooien, zodat het niet allemaal zo serieus wordt.” Jan kan zelf ook erg genieten van het werken met jonge mensen: “Je geeft wat, maar je krijgt er ook wat voor terug. Door technologie, achtergrond en ervaring hebben jongeren een andere, frisse kijk op het werk. Ze weten me soms te verrassen door beelden en vormen op een heel andere manier toe te passen. Zolang het kwaliteit heeft, vind ik: hoe verrassender, hoe leuker.”
Over vier jaar gaat Jan met pensioen. Hoewel, pensioen? Hij zou dan graag nog als vrijwilliger een paar uurtjes per week voor MEO werken: “Ik vind het nog steeds geweldig!”

Wil je weten wat Jan en de andere medewerkers voor jouw organisatie kunnen betekenen? Bekijk dan wat wij bieden of neem contact met ons op.