Toptaken

Joost: “Ongeveer tachtig procent van je bezoekers is op zoek naar slechts twintig procent van de informatie op je website. Het is dus belangrijk ervoor te zorgen dat die twintig procent makkelijk te vinden is; het is natuurlijk de belangrijkste functie van een website om de bezoeker de inhoud te bieden die hij of zij zoekt. Door de indeling van je website te baseren op die zogenoemde ‘toptaken’, help je de bezoeker te vinden waarvoor die gekomen is. Met behulp van Google Analytics kun je in kaart brengen wat je bezoeker wil, zodat je op basis daarvan de website steeds scherper aan kunt passen op de wensen van jouw publiek.”

One-pagers

“Eén manier om informatie prominent te houden, is door een one-pager te maken: een website die eigenlijk maar uit één pagina bestaat. De bezoeker kan dan door te scrollen – de tekst naar beneden of naar boven te verschuiven – stukje bij beetje meer informatie in beeld krijgen. Dit kun je visueel sturen en boeiend houden door bijvoorbeeld een parallax-effect erin te verwerken, waarbij de achtergrond meebeweegt met de positie van de lezer.”

– Allemaal aan de one-pagers dus?

“Alleen als dat past bij wat je wilt vertellen. Een one-pager is heel goed voor een eenduidige boodschap, bijvoorbeeld bij een gerichte fondsenwervingsactie. Maar voor een patiëntenvereniging die bijvoorbeeld veel verschillende taken heeft – informatievoorziening, lotgenotencontact, belangenbehartiging, landelijke en regionale activiteiten, et cetera – is het een veel minder logische keuze.”

‘Adaptive’ in plaats van ‘responsive’

“Het voordeel van toptaken en one-pagers is dat ze websites opleveren die makkelijk te bezoeken zijn met verschillende apparaten; de informatie blijft eenvoudig te vinden, ook als de website flink verkleind wordt weergegeven op het scherm van een smartphone. Ruim de helft van alle bezoeken komt inmiddels via een telefoon of een tablet, dus die groep wordt steeds belangrijker.”

“Maar een ‘responsive’ website is niet zaligmakend. Mobiele gebruikers zijn doorgaans namelijk ook op zoek naar andere informatie dan iemand die achter een laptop of pc zit – denk aan contactgegevens of actuele informatie. Ze zijn ook kritischer op de snelheid en het gebruiksgemak van een website. Om daarop in te spelen kijken organisaties vaak naar het ontwikkelen van een app, zoals je die in een appstore kunt downloaden: een apart programmaatje waar de organisatie nieuwe informatie in kan plaatsen, zodat de gebruiker direct vanaf het apparaat toegang heeft. Maar, de kosten voor het ontwikkelen en onderhouden van zo’n app zijn erg hoog.”

“Hier komt de ‘adaptive’ webapp om de hoek kijken. Die wordt in plaats van de normale website geladen bij een mobiel bezoek en zit eigenlijk tussen een gewone app en een ‘responsive’ website in: met duidelijke icoontjes voelt die als een echte app, met de keuze om de website aan je ‘homescreen’ toe te voegen – oftewel, de webapp krijgt een plaats tussen alle andere apps. Omdat het een aanvulling is, die gebruikmaakt van de inhoud van de normale website, levert dit geen extra werk op om de webapp te onderhouden. Zo wordt de mobiele gebruiker optimaal bediend, zonder de extra kosten van een normale app.”